Permanente Installaties
Kasia Fudakowski is geboren in Londen, VK, in 1985. Zij leeft en werkt in Berlijn, Duitsland.
Er werd de jonge, Brits-Poolse, in Berlijn werkende kunstenares Kasia Fudakowski gevraagd om voor de schuifpoort aan de bezoekersingang van de galerie, opzij van het gebouw, een concept voor te stellen. Fudakowski verenigde in een grandioos, gedurfd ontwerp haar experimenten rond humor als basis voor een sculpturale taal - die aan de basis liggen van heel haar oeuvre - met haar onderzoek naar de mogelijkheden van poorten als sculpturaal genre. Bovendien is het ontwerp geïnspireerd door een landelijke traditie die zowel in Polen als in België nog bestaat, namelijk het thuis kweken van tomaten; een vorm van ontspanning waarbij het er vooral om gaat de mooiste en grootste exemplaren te kweken.
Fudakowski verklaart zelf: “Het idee achter dit poortontwerp is het ten volle gebruik maken van de plaatsing en de beweging van het poortframe om een semi-kinetische sculptuur te creëren. Dit ontwerp, geïnspireerd op een combinatie van klassieke smeedijzeren poortstijlen, de trots van de hobbyist over zijn improvisatie- en doe-het-zelf-kunde en theorieën over feitelijke komedie, is een poging om visueel een zekere komische ‘trek terug en onthul’-structuur te weerspiegelen.”
Wanneer de poort open staat, is er maar een stuk van te zien; de poort schuift weg in een nis. Wanneer ze dichtschuift, komen de gesmede tomatenplanten tevoorschijn, en springt er haperend een neonlicht aan, dat het narratieve, humoristische aspect van de act onderstreept. Bovendien is ook de symmetrische opbouw van de poort, in twee exact gelijke, ten opzicht van elkaar gespiegelde zones, van belang: “Wanneer de poort wordt bediend, en uit te het gebouw begint te schuiven, wordt een kluwen van tomaatranken, aaneengeregen en bevestigd aan het hoofdframe van de poort zichtbaar. Een gewone witte TL-lamp, hangend aan kettingen en schuin bengelend, wordt ingeschakeld als de poort begint te bewegen, zodat men de eerste flitsen van het licht ziet wanneer de lamp wordt ingeschakeld. Dit versterkt het natuurlijke ritme van de beweging van het werk. Tot aan het midden van de poort zien we alleen het chaotische rommeltje van tomatenplanten, enz. Zodra de poort verder opengaat echter, blijkt de chaos van de eerste helft precies weerspiegeld te zijn in de tweede helft. De chaos van de eerste helft wordt een onberispelijke orde door middel van de gespiegelde herhaling, en het resultaat doet eerder denken aan zeer fijn uitgewerkte paleis- of kathedraalpoorten in plaats van de roerselen van een thuiskweker’s trots.”
Kasia Fudakowski toonde haar werk solo in 2011 in Villa Tokyo, Japan en bij Chert Gallery, Berlijn. Ze had tevens een solo in Zak/Branicka Gallery Berlijn in 2009 en bij ArtPol in Krakow in 2008. Ze nam o.a. deel aan de groepsshows “New Sculpture?”, Zacheta National Gallery of Art, Warschau, Polen in 2012 en aan "Based in Berlin’, Kulturprojekte Berlin, “Petrosphere”, ReMap3, Athene en “Sculpture is threedimensional artwork created by shaping or combining hard materials”, Johann König Gallery, Berlijn, in 2011; in 2010 was haar werk te zien op de “2nd Sculpture Biennale” in Przestrzeń Rozwinięcie, Warschau en in “Die Kleine Improvisation” in de Stadgalerie, Kiel.
Kasia Fudakowski is geboren in Londen, VK, in 1985. Zij leeft en werkt in Berlijn, Duitsland.
Er werd de jonge, Brits-Poolse, in Berlijn werkende kunstenares Kasia Fudakowski gevraagd om voor de schuifpoort aan de bezoekersingang van de galerie, opzij van het gebouw, een concept voor te stellen. Fudakowski verenigde in een grandioos, gedurfd ontwerp haar experimenten rond humor als basis voor een sculpturale taal - die aan de basis liggen van heel haar oeuvre - met haar onderzoek naar de mogelijkheden van poorten als sculpturaal genre. Bovendien is het ontwerp geïnspireerd door een landelijke traditie die zowel in Polen als in België nog bestaat, namelijk het thuis kweken van tomaten; een vorm van ontspanning waarbij het er vooral om gaat de mooiste en grootste exemplaren te kweken.
Fudakowski verklaart zelf: “Het idee achter dit poortontwerp is het ten volle gebruik maken van de plaatsing en de beweging van het poortframe om een semi-kinetische sculptuur te creëren. Dit ontwerp, geïnspireerd op een combinatie van klassieke smeedijzeren poortstijlen, de trots van de hobbyist over zijn improvisatie- en doe-het-zelf-kunde en theorieën over feitelijke komedie, is een poging om visueel een zekere komische ‘trek terug en onthul’-structuur te weerspiegelen.”
Wanneer de poort open staat, is er maar een stuk van te zien; de poort schuift weg in een nis. Wanneer ze dichtschuift, komen de gesmede tomatenplanten tevoorschijn, en springt er haperend een neonlicht aan, dat het narratieve, humoristische aspect van de act onderstreept. Bovendien is ook de symmetrische opbouw van de poort, in twee exact gelijke, ten opzicht van elkaar gespiegelde zones, van belang: “Wanneer de poort wordt bediend, en uit te het gebouw begint te schuiven, wordt een kluwen van tomaatranken, aaneengeregen en bevestigd aan het hoofdframe van de poort zichtbaar. Een gewone witte TL-lamp, hangend aan kettingen en schuin bengelend, wordt ingeschakeld als de poort begint te bewegen, zodat men de eerste flitsen van het licht ziet wanneer de lamp wordt ingeschakeld. Dit versterkt het natuurlijke ritme van de beweging van het werk. Tot aan het midden van de poort zien we alleen het chaotische rommeltje van tomatenplanten, enz. Zodra de poort verder opengaat echter, blijkt de chaos van de eerste helft precies weerspiegeld te zijn in de tweede helft. De chaos van de eerste helft wordt een onberispelijke orde door middel van de gespiegelde herhaling, en het resultaat doet eerder denken aan zeer fijn uitgewerkte paleis- of kathedraalpoorten in plaats van de roerselen van een thuiskweker’s trots.”
Kasia Fudakowski toonde haar werk solo in 2011 in Villa Tokyo, Japan en bij Chert Gallery, Berlijn. Ze had tevens een solo in Zak/Branicka Gallery Berlijn in 2009 en bij ArtPol in Krakow in 2008. Ze nam o.a. deel aan de groepsshows “New Sculpture?”, Zacheta National Gallery of Art, Warschau, Polen in 2012 en aan "Based in Berlin’, Kulturprojekte Berlin, “Petrosphere”, ReMap3, Athene en “Sculpture is threedimensional artwork created by shaping or combining hard materials”, Johann König Gallery, Berlijn, in 2011; in 2010 was haar werk te zien op de “2nd Sculpture Biennale” in Przestrzeń Rozwinięcie, Warschau en in “Die Kleine Improvisation” in de Stadgalerie, Kiel.
Stephan Balkenhol is geboren in Fritzlar (Hessen), Duitsland, in 1957. Hij leeft en werkt in Karlsruhe en Berlijn, Duitsland, en Meisenthal, Frankrijk.
“Paar auf Drehscheiben“ werd door Stephan Balkenhol in 2008 ontworpen en gerealiseerd voor de Geburtsklinik van Erlangen, Duitsland en voor Deweer Gallery.
Op een hoge zuil staan een man en een vrouw. De vrouw staat op een kleine, rode cilinder die haar toelaat rond haar eigen as te draaien. Onafhankelijk daarvan staat de man op een grotere, groene cilinder die hem toelaat rond de vrouw te draaien. De draaibewegingen van man en vrouw, en dus hun onderlinge posities (met alle relationele suggesties van dien), worden alleen maar veroorzaakt door de wind.
De statige opstelling van twee ingehouden mensfiguren in een onuitgesproken onderlinge relatie is een typisch stijlkenmerk van de Duitse beeldhouwer.
Tot de belangrijkste, recente solo-tentoonstellingen behoren zijn exposities in de Sankt Elisabethkerk te Kassel (2012), in het Musée de Grenoble (2010), in de Deichtorhallen te Hamburg (2009), in het National Museum of Art van Osaka (2005) en in het Sprengel Museum te Hannover (2003). In 2006-2007 reisde een omvangrijke tentoonstelling van zijn werk van de Staatliche Kunsthalle Baden-Baden naar het MKM Museum Küppersmühle für Moderne Kunst, Duisburg en verder naar het Museum der Moderne Salzburg Mönchsberg. Stephan Balkenhol maakte solo shows voor galeries over de hele wereld, van Tokyo tot Montréal van van Johannesburg tot Helsinki. Hij stelde tentoon in Deweer Gallery sinds 1987. Alhoewel Stephan vooral bekend staat voor zijn figuratieve houten sculpturen, vinden we in vele steden en op publieke pleinen monumentale bronzen sculpturen van zijn hand. Sculpturen van de internationaal vermaarde kunstenaar zijn opgenomen in de belangrijkste museale en particuliere collecties wereldwijd.
Jan De Cock is geboren in Brussel in 1976. Hij leeft en werkt in Brussel, België.
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Deweer Gallery in 2004 gaf de galerie de toen 28-jarige beeldhouwer de opdracht tot het concipiëren en uitvoeren van een sculptuur die tegelijk dienst kon doen als functioneel kantoor voor de medewerkers van de galerie. De summier geformuleerde opdracht hield o.a. in dat er – in een gegeven, centraal gelegen ruimte tussen de huidige Lobby en Room II - werkplekken moesten zijn voor vier medewerkers, voldoende opslagruimte voor catalogi, boeken en dossiers, een contactmogelijkheid tussen bezoekers van de galerie en gebruikers van het bureau, en een afgezonderde zithoek. Dit alles uiteraard inclusief de gebruikelijke kantoorvoorzieningen: licht, verwarming, elektriciteit en telefoon- en pc-aansluitingen. Het resultaat is tegelijk een sculptuur opgebouwd in De Cock’s ondertussen welbekende houten panelen (in diverse afwerkingen, kleuren en texturen) en met zijn typische, opgebouwde en gevarieerde modulaire elementen (volumes, lijsten, verbindingen,…) en een eigenzinnige, functionele werkplek, die door het uitgesproken verticalisme en het bovenlicht een “gotisch” karakter heeft.
Op het ogenblik van de realisatie van “Denkmal 6AB” in 2004 had Jan De Cock in België naam gemaakt met tentoonstellingen in het Museum voor Schone Kunsten te Gent (2002) en in de universitaire Boekentoren van Henry Van de Velde, eveneens te Gent (2004). Pas later volgden fel opgemerkte solotentoonstellingen in Tate Modern Londen (2005), MOMA – Museum of Modern Art New York (2008), Paleis voor Schone Kunsten Brussel (2009) en Staatliche Kunsthalle Baden-Baden (2012).
‘The bullet that takes a million years to hit’ werd door Andy Wauman ontwikkeld als zijn bijdrage aan de tentoonstelling ‘KANAL’, die werd opgezet langs het kanaal Roeselare – Leie, naar aanleiding van de 150ste verjaardag van de waterweg. Het werk werd opgesteld op de oever van het kanaal te Ingelmunster.
In zijn oeuvre werkt Wauman regelmatig met herkenbare beelden of motieven uit de hedendaagse cultuur, met tekens die hij ontleent aan de dagelijkse omgeving en met materialen die onze dagelijkse, stedelijke omgeving – in de termen van de kunstenaar ‘onze city jungle’ - bepalen. Andy Wauman is een romanticus die werkt met eigentijdse iconen en symbolen, en met de taal van de vijand. De verzinkte, stalen kogel is bv. gemaakt van hetzelfde materiaal als de vangrails langs onze autostrades.
Andy Wauman’s beelden hebben tegelijk een hoge signaalfunctie en een poëtische, symbolische zeggingskracht. Uiteraard herinnert een kogel – in weerwil van zijn zeer esthetisch voorkomen - aan macht, geweld, terreur en verwoestende oorlogen. Doch deze kogel wordt niet afgeschoten. Deze kogel leidt niet tot vernieling. Integendeel, dit is een vreedzame daad van verzet. Van de vernietigende kracht van de kogel behoudt de kunstenaar het energetisch potentieel. Deze kogel is er niet om iemand in een fractie van tijd te verwonden of te doden. Dit kunstwerk bereikt zijn doel op termijn. En blijft voor elke bezoeker opnieuw potentieel zijn doel bereiken. De kogel als metafoor voor het kunstwerk.
In Panamarenko’s oeuvre treffen we slechts weinig projecten voor een robot aan. Eerst was er ‘Automaat Alluminaut’, waarvan alleen een tekening uit 1970 bestaat. Inspiratie voor deze robot vond Panamarenko in de Amerikaanse film ‘Jason and the Argonauts’(1963). Panamarenko heeft ‘Automaat Alluminaut’, die een bolvormig lichaam en lange, steltachtige armen en benen heeft, nooit gerealiseerd; naar eigen zeggen omdat hij niet wist wat hij de robot zou kunnen laten uitvoeren.
In 2004 kreeg het idee om een functionerende robot te maken opnieuw gestalte. Het resulteerde in ‘Arlikoop’, nog altijd een robot die niet functioneert. Gedurende de zomer van 2004 ondernam Panamarenko samen met zijn vrouw een cruise met een Russische nucleaire ijsbreker naar de Noordpool. Hij nam ook ‘Arlikoop’ mee op reis. Tijdens de nacht van 9 juli 2004, in de buurt van de Noordpool, verlaat Panamarenko het schip en zet hij zijn robot in de sneeuw neer. Hij maakt er enkele foto’s van, waaronder de foto die de basis vormt voor het werk dat hier hangt.